Kikkerdrildefilm.nl

Dit olijke duo, dat indertijd gevormd werd door Stan Laurel en Oliver Hardy, genoot in Nederland grote bekendheid als ‘de dikke en de dunne’. Deze Brits-Amerikaanse komieken waren heer en meester in het slapstick-filmgenre en hebben in de eerste helft van de 20e eeuw een groot aantal films geproduceerd. Deze films, die gevuld waren met talloze grappen en grollen, hebben Stan en Ollie tot een van de populairste komische duo’s uit de gehele filmgeschiedenis gemaakt. Beiden hadden destijds al een solocarrière achter de rug. Pas in 1927 gingen de beide acteurs een samenwerking aan en zo werden ze wereldberoemd. Tussen 1927 en 1951 heeft het duo maar liefst 106 films gemaakt, zowel kortere als langere films.

Het succes van hun films kwam hoofdzakelijk door de manier waarop de twee helden een onderlinge synergie wisten te creëren. Vaak raakten de filmkarakters slaags met elkaar, maar altijd met een humoristische inslag en een flinke knipoog. Ook meer dan eens overkwam een van beide heren iets pijnlijks, waardoor de ander in de lach schoot, wat meestal tot hilarische taferelen leidde. De humor in de films van Laurel en Hardy hadden vaak betrekking op een specifiek onderwerp of voorwerp. Denk hierbij aan een ladder waarmee van alles fout kon gaan, een vallende piano of de hoeden van de heren die per abuis weer eens verwisseld werden.

In feite speelden Laurel en Hardy een karikatuur van zichzelf: twee onhandige, dommige maar immer optimistische mannen die allerlei avonturen beleefden in het dagelijks leven. Zo had Stan Laurel (de magere van het stel) een verlegen en wat naïef karakter. Oliver Hardy, die wat zwaarlijviger was, had een wat bazige inborst en was altijd overtuigd van zijn eigen kunnen. Meestal bleek Ollie ietwat overmoedig te zijn, wat vaak tot penibele situaties leidde. Zelfs de eenvoudigste taken wist het duo in slechts enkele minuten volledig in het honderd te laten lopen. De beide filmhelden waren echter creatief genoeg om altijd weer verrassende oplossingen te bedenken.

Opmerkelijk is dat Laurel en Hardy altijd een zwarte bolhoed droegen in hun films. Daarnaast werden hun gezichten op een bepaalde manier gefilmd, zodat er niet of nauwelijks schaduwen in het gelaat te zien waren. Dit gaf de filmhelden een clownesk uiterlijk, geheel in lijn met het genre van de stomme film.

Ook de iconische muziek die de films van Laurel en Hardy begeleidden was opvallend. Het muziekstuk The Dance of the Cuckoos dat ook wel ‘The Cuckoo Song’ genoemd wordt, was wellicht de bekendste compositie. Deze melodie was altijd te horen onder credits bij de start van een nieuwe film, waardoor het tot op de dag van vandaag nog steeds geassocieerd wordt met Stan Laurel en Oliver Hardy.